Han Leeferink – Impressie weekendsesshin

Vrijdag 06 maart 2015. De eerste weekend-sesshin van Zen Centrum Den Bosch, gehouden in Centrum De Weyst, het voormalige Kapucijnenklooster te Handel. Het gebouw wordt beheerd door Sid en Nella Bachrach, twee gastvrije mensen, die het pand beschikbaar stellen aan onder andere stiltegroepen zoals de Metta Sangha. Deze omgeving is nieuw voor ons. Alles is anders dan tijdens voorgaande sesshins. Dat vraagt om overgave aan het onbekende.

Tegen zessen druppelen de eerste mensen binnen. De kamers worden gereed gemaakt, iedereen kleedt zich om. Om zeven uur wordt de sesshin geopend en om acht uur zitten we op onze kussens in de zendo. Ik voel me wonderlijk kalm, maar mijn lichaam protesteert vanaf het allereerste ogenblik: stijf, stram, houtig… De avond, net als de hele zaterdag, verloopt alsof we daar al jaren zitten, in dat voormalige klooster. Alles gaat vanzelf. Samu. Kinhin. Dokusan. Iedereen werkt hard, in stilte, met de aandacht bij zichzelf en met zorg voor de ander.

Zaterdagavond. Ik loer vanonder mijn wenkbrauwen naar de anderen. Al die uren zitten begint haar tol te eisen. Sommigen zitten wat scheef, anderen komen moeizaam uit de houding als het tijd is voor kinhin of, wanneer ze daartoe worden uitgenodigd, voor een tochtje door de ijskoude kapel naar de ruimte voor dokusan.

Mijn rug staat in brand. Van buitenaf gezien zit ik als een rots, van binnen botst en schuurt het. Alles – de ademhaling zit muurvast, blijft hangen: in mijn nek, tussen mijn schouders, in mijn tong… Ik volg minutieus de beweging van de adem. Vijf keer zitten. Dan naar buiten voor yaza. Het is vriesachtig koud. De maan, die bijna vol is, schijnt door de nevelachtige bewolking heen op het gras.

Tijdens de laatste yaza-meditatie sla ik al na een kwartier op de klankschaal. Het is genoeg geweest voor vandaag. De meesten klauteren moeizaam van hun kussen af omhoog, net als ik. Ik wacht tot iedereen binnen is, en breng dan mijn spullen naar de zendo. Wanneer ik even later de eetruimte betreed voor een kop thee, is bijna iedereen al naar bed.

Zondagochtend is er het wonder. Ik zit rechtop, als herboren. Licht, bijna gewichtloos; de adem volledig vrij. De rug is zacht, soepel. Het is stil – en niet alleen in mij, ook om me heen. De zendo verkeert in een roerloze stilte. Niemand beweegt, iedereen zit als een Boeddha. Tijdens die eerste twee meditaties is er zelfs geen kuchje te horen. Ik voel de neiging iemand te omhelzen. Ik sla mijn ogen neer en keer terug naar mijn ademhaling. Ik hoop dat dit een eeuwigheid mag voortduren.